Minder roomboter, meer kokosolie?

Gepubliceerd op 26 april 2022 om 15:21

Bij de boodschappen van Albert Heijn kreeg ik vorige week een plantaardig alternatief voor boter. Violife heet het. Ik kende het merk al, we hebben ook al eens de plantaardige witte kaas van dit merk gegeten. Terwijl ik de boodschappen aan het uitpakken was, sloeg ik aan het denken. Hoe duurzaam en toekomstbestendig is dit eigenlijk als alternatief voor boter?

 

Stapjes naar minder dierlijk

We moeten natuurlijk minder dierlijke producten gebruiken, dat is een ding dat zeker is. Thuis eten we zelf al weinig vlees en bijna alleen van biologische oorsprong. Sinds een poosje heb ik de yoghurt in de ochtend vervangen door soya yoghurt (eigen merk van de Albert Heijn, geen suiker toegevoegd en heel weinig ingrediënten). Maar hoe zit het met de alternatieven voor boter? In die van Violife zit als eerste ingrediënt kokosolie. Kokosolie is om gezondheidsredenen al een aantal jaren populair. Ik ga nu niet in op de discussie hoe gezond kokosolie is, maar vraag me vooral af hoe logisch het is om een product dat van ver komt als alternatief te gebruiken voor iets wat van dichtbij komt (of in ieder geval van dichtbij kán komen)?

 

De weg die roomboter en plantaardige boter afleggen

Roomboter kan gemaakt worden van melk die van een (bio- of duurzame) boerderij komt ergens vlak in de buurt, of in ieder geval regionaal. Een overzichtelijke keten, die inderdaad op zichzelf milieubelastend is en waarvoor zeker ook alternatieven nodig zijn.

De violife plantaardige boter komt uit Griekenland. Het bedrijf bestaat al decennia, zie ik op hun site, en is blijkbaar met een Europese opmars bezig nu het eten van vlees en zuivel steeds minder populair wordt. Het bedrijf heeft veel producten ter vervanging van boter/margarine en kaas, die allemaal als eerste ingrediënt kokosolie hebben. Niet duidelijk is waar de kokosolie vandaan komt. Ik weet niet of er kokospalmplantages in Griekenland zijn, maar volgens de website van MVO (de ketenorganisatie voor oliën en vetten in Nederland) importeren Nederlandse bedrijven kokosolie uit de Filipijnen, Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Maleisië. Grote kans dat Violife daar ook zijn kokosolie vandaan haalt. Om de Violife boter in de Nederlandse winkel te krijgen, wordt dus waarschijnlijk kokosolie uit tropische gebieden gehaald en samen met andere ingrediënten in Griekenland verwerkt tot een alternatief voor boter. Wat vervolgens dus naar Nederland geëxporteerd wordt. Mijn korte conclusie is dat ik me niet kan voorstellen dat deze ontwikkeling tot een echt duurzamer voedingspatroon leidt.

 

Een kans voor Nederlandse olie

Hoe mooi zou het zijn als we ook in Nederland goede alternatieven voor roomboter ontwikkelen? Of anders gewoon in plaats van roomboter, meer oliën gebruiken van planten die in Nederland prima te telen zijn. Denk aan koolzaadolie, raapzaadolie, (wal)notenolie. Als meer bedrijven dit gaan doen vergroten we gelijk de diversiteit in de landbouw, in plaats van dat we met de keuze voor kokos in plaats van koemelk juist méér voedselbewegingen in de hand werken. Er zijn vast nog meer alternatieve vetbronnen te bedenken die we in ons klimaat kunnen produceren. Ik ga er eens verder naar op zoek en hoor het graag als jij er al meer van weet!

Reactie plaatsen

Reacties

Andrea
2 jaar geleden

Mooi dat je het eens ik zijn geheel bekijkt Paulien. Hetzelfde zal ook wel gelden voor soja producten (al weet ik niet precies waar dat geproduceerd wordt). Elektrisch rijden is ook een mooi voorbeeld,, zolang elektra nog grotendeels uit kolencentrales komt is het helemaal niet zo duurzaam. Ik geloof meer in meerdere voedselbronnen en energiebronnen die naast elkaar bestaan icm consuminderen en bewustwording. Bronnen kunnen prima naast elkaar bestaan.

Paulien
2 jaar geleden

Ja klopt Andrea, het is niet zo eenvoudig als het lijkt en veel variatie is altijd belangrijk als oplossing. Soja dat wij eten (itt soja voor diervoer) wordt steeds meer Europees en deels in Canada geproduceerd zover ik weet. En dat kan eigenlijk ook heel goed maar we zijn het niet gewend. Daar liggen hele mooie kansen om duurzame voeding veel meer van dichtbij te halen.